Het Freytag kabinet-orgel.



<---- klik op foto voor vergroting




Het Freytag kabinet-orgel

In het voorjaar 2003 werd het kabinetorgel in bruikleen naar de Martinikerk overgeplaatst. Tot die tijd stond het in de Mamuchetzaal van kasteel Groeneveld te Baarn. Daarvoor had het in de woning van de eigenaresse in Baarn gestaan en enige tijd als koororgel gefuctioneerd in de Oude Kerk van Soest. Deze omzwervingen begonnen in 1958 toen het vanuit een boerderij in Middelstum (Gr) werd aangekocht door de huidige eigenaresse mevrouw Ph.Vermeulen-Brauckman van de weduwe Sietsema. Onbespeelbaar was het toen en men had geen weet van herkomst noch van de waarde. Het orgel werd mede door toedoen van kerkmusicus Maarten Kooy uit Soest aan de vergetelheid ontrukt.

Na een provisorisch herstel functioneerde het enige tijd als koororgel in de Oude Kerk van Soest. Toen het op de monumentenlijst werd geplaatst kon het orgel worden gerestaureerd door de fa. J.de Koff & Zoon, onder advies van de toenmalige rijksorgeladviseur Dr.H.L.Oussoren. De frontpijpen met tinfolie belegd door de fa. Hans Schubert uit Karlstadt die in die tijd ook werkzaamheden verrichtte aan het Müller-orgel van de Bavokerk te Haarlem. De kast werd gerestaureerd door de fa. Van den Ende uit Schoonhoven. Later bij de verplaatsig naar kasteel Groeneveld in 1985 werden door de fa. van Vulpen een paar ontbrekende pijpen van de Praestant 4vt bijgemaakt. Verder is het, op één plank achter de lessenaar na nog geheel in originele staat.

Hoewel het instrument niet is gesigneerd is er het sterke vermoeden, mede door het onderzoek van Dr.A.J.van Gierveld, dat het gaat om één van de weinig bekende kabinetorgels gebouwd door de Groningse orgelbouwer Heinrich Hermann Freytag (1759 – 1811). Als vermoedelijk bouwjaar geldt 1805.

Zeker is dat het instrument vele decennia op de boerderij van de Sietsema’s in Middelstum heeft gestaan. Onbekend is nog wie de opdrachtgever tot de bouw is geweest en of het orgel nog een andere standplaats heeft gekend dan de boerderij, die zelf ouder is dan 1805.

De dispositie, in volgorde van plaatsing op de lade:

Praestant B/D
Speelfluit
Octaaf
Fluit
Holpijp
Fluit traverse D
4 vt
2 vt
2 vt
4 vt
8 vt
8 vt
gedeeltelijk in het front
open, conisch, metaal

gedekt, metaal
hout
open, metaal, met baarden

Tremulant en windwijzer.
De toonhoogte is a¹ = 435 Hz